ESICM webinar: How to ventilate COVID-19 (2-4-20)
Samenvatting van Ruud van de ESICM webinar: How to ventilate COVID-19 op 2-4-20.
Spreker: Luigi Camporta (UK).
Conceptueel onderscheid tussen COVID-19 patienten; 2 verschillende fenotypes. Beiden hebben een presentatie met hypoxemie.
- “ARDS like” pulmonary oedema = H(igh) fenotype
- Hoge long elasticiteit
- Hoge recruitability
- Hogere R-L shunt
- Hogere “peep-response”
- Meer passend bij ARDS-beeld
- Dysregulatie pulmonale perfusie = L(ow) fenotype
- Lage long elasticiteit
- Lage V/Q
- Lage recruitability
- Limited “peep response
- Meer passend bij het beeld van een pneumonitis
- Waarschijnlijk speelt ook pulmonary micro-trombose een rol, waarschijnlijk meer bij het H fenotype.
Beide fenotypen kunnen met zelfde mate van hypoxemie (zelfde P/F ratio) presenteren. Advies om patienten te categoriseren, gezien verschil in management (zie onder).
Aspecten van de respiratoire drive bij COVID-19 patienten:
- Mate van hypoxemie
- Pulmonary oedema
- “Metabolic drive”
- Neurotropisme van het SARS-CoV-2 virus (!): patienten ervaren minder benauwdheid dan er daadwerkelijk is. Dissociatie tussen hoe ze zich voelen en hoe ze er uitzien qua work of breathing (subjectieve dyspnoe versus objectieve dyspnoe). Ondanks hoge P/F ratio kunnen ze zich nog goed voelen. Ga dus niet af op de subjectieve dyspnoe è Snel intuberen! Anosmie is waarschijnlijk ook uiting van neurotropisme)
Overwegingen bij welke respiratoire ondersteuning:
- Infectie controle / veiligheid van personeel: is HFNC veilig?
- Required support: laagdrempelig intuberen gezien snelle achteruitgang.
- Duration of disease: noodzaak voor ondersteuning duurt lang! Dus niet goed te overbruggen met bijv NIV
- Resources: mogelijk tekort aan materiaal, plekken, zorgmedewerkers.
Failure rate NIV bij ARDS (meerdere studies, al ouder (2013 en eerder):
- Hogere mortaliteit bij patienten die met hypoxemie presenteren
- Hogere failure rate NIV en daarbij dan verlate intubatie
- Hoog Vt bij NIV leidt mogelijk tot V-ILI.
- NIV is independent factor ICU mortaliteit (bij volwassenen)
- Conclusie: NIV niet doen.
Klinische patronen herkenbaar bij COVID-19 patienten:
- Hyperacute presentatie, ernstig benauwd en ernstige hypoxemie -> intubatie
- Indolent, moderate work of breathing, wel hypoxemie -> time-limited trial aan lowflow mogelijk, echter let goed op!!! kans op bifasisch beloop met daarbij dan acute verslechtering. Vaak na 5-7 dagen, beeld van hyperinflammatie (koorts, verhoogd CRP, LDH en ferritine). Reden van deze verslechtering niet duidelijk: primair pulmonaal? Cardiale betrokkenheid infectie (myocarditis?), overvulling?
Behandelstappen in ziekenhuis van spreker, onderscheid tussen verschillende fenotypes:
- Start met normaal Vt 8ml/kg en peep 8 (want 60% vd patienten fenotype L dus normale compliantie!)
- Bepaal driving pressure en pas op basis daarvan evt longprotectief beademen met lagere Vt toe (als hoge driving pressure dan meer passend bij fenotype H).
- PEEP ophogen tot max 15 zolang fenotype nog niet bepaald (want hogere peep heeft bij fenotype L geen zin)
- Bepaal compliantie
- Op basis van compliantie onderscheid maken tussen fenotype H en fenotype L
- Afhankelijk van fenotype beleid beslissen.
- In ziekenhuis van spreker (erg) laagdrempelig tav VV-ECMO, echter nog te weinig patienten om daar harde uitspraken over te doen.
Naar aanleiding van vragen tijdens webinar:
- Pre-oxygeneren doen ze daar alleen met 15L/min NRM
- Recruitment manoeuvres: 10-15 sec plateaudruk ophogen tot 40, effect snel zien, geen ‘trapsgewijze’ recruitment
- buikligging bij plateaudruk>30, fenotype L snel op buik want meer effect
- COVID-19 is pro-trombotisch, mn microvasculatuur in long. Geen grote longembolien gezien. Discussie over antistolling nog gaande.
- Bifasische verslechtering lijkt inflammatoir longbeeld. Steroiden discussie.
- Weanen van COVID-19 patienten lijkt moeilijk in te schatten. Sommige patienten lijken op te knappen maar verslechteren dan onverwachts tot snel. Advies: neem de tijd. Vervolg inflammatoire parameters.