Kritisch Beoordelen van Epidemiologisch Onderzoek 1
De meeste medische artikelen zijn in wezen epidemiologische onderzoeken. B.v. een RCT (Randomized Clinical Trial) is een epidemiologisch onderzoek. De epidemiologie draait eigenlijk enkel om de relatie tussen een Determinant en een Uitkomst. De aard van de relatie bepaalt de onderzoeksvraag en hoe je het artikel moet beoordelen.
Het kritisch beoordelen van epidemiologisch onderzoek zal worden behandeld in een 3-tal blogs:
- De determinant uitkomst relatie en de 3 vormen van bias.
- De onderzoeksmethodologie en het voorkomen van bias.
- De resultaten en hoe deze kunnen worden gegeneraliseerd.
Determinant Uitkomst Relatie
Alles draait in de epidemiologie om de determinant uitkomst relatie.
In de Determinant Uitkomst relatie is er een associatie tussen een determinant en een uitkomst. Deze relatie kan gekenmerkt worden als een correlatie of als een causatie (oorzakelijk) verband. Daarnaast kunnen andere determinanten ook een rol spelen als:
- Confounders en
- Selectors
Of en hoe andere determinanten de relatie tussen de onderzoeks determinant uitkomst relatie beïnvloeden hangt mede af van de onderzoeksvraag.
Onderzoeksvraag
Er zijn globaal 2 soorten onderzoeksvragen:
- Een onderzoeksvraag waarbij enkel er gekeken wordt naar een correlatie tussen een determinant en de uitkomst.
- Als de uitkomst in de toekomst ligt dan is de vraag prognostisch
- Als de uitkomst gelijk aanwezig is met de determinant dan is de vraag diagnostisch
- Een onderzoeksvraag waarbij een causatie moet worden aangetoond. Dit kan zijn:
- Om etiologie te bewijzen, of
- Om een therapeutisch effect aan te tonen
Het is belangrijk om te beseffen dat het bij een prognostische of diagnostische vraag alleen gaat om het aan tonen van een correlatie. Confouding speelt dan geen rol. Of de determinant nu wel of niet via een confounder geassocieerd is met de uitkomst doet niets af aan de prognostische of diagnostische relatie.
Als het gaat om een causaal verband dan speelt confoundig wel degelijk een rol indien de confounder eveneens een causaal verband kan hebben met de uitkomst. Dit wordt hieronder verder uitgelegd.
Bias
Bij bias is er sprake van een structurele vertekening van de relatie tussen een determinant en de uitkomst. Daarbij kan de relatie versterkt worden of juist verzwakt worden.
Er zijn 3 soorten bias.
1. Selectie bias
Selectie bias is meteen de moeilijkste vorm van bias. Het is de meest lastig te begrijpen bias en er kan lang niet altijd gecorrigeerd worden voor deze vorm van bias.
Bij selectie bias is er een relatie tussen de uitkomst en een selector en tegelijkertijd is er ook een relatie tussen de determinant en de selector. Indien je dus de selector gebruikt voor selectie van de onderzoekspopulatie creëer je daarmee een associatie tussen determinant en uitkomst die er feitelijk niet is.
Dit kan b.v. bij een diagnostisch onderzoek gebeuren. Als daarbij een diagnostische test en de uitkomst alleen worden bepaald bij een verdenking op de uitkomst op basis van een selector, dan zal hiermee de test een versterkte (vertekende) relatie hebben met de uitkomst. Je moet dus zowel de determinant als de uitkomt bepalen onafhankelijk van de selector om een goed beeld te krijgen van relatie van een determinant en de uitkomst.
2. Confounding
Bij confounding werkt het eigenlijk precies andersom. Hierbij moet je juist wel corrigeren voor de confounder. De relatie wordt vertekend als je dit onafhankelijk doet van de uitkomst. Dit geldt overigens alleen als je een etiologisch of therapeutisch verband wilt aan tonen.
Door het corrigeren verdwijnt dus de correlatie tussen een determinant en de uitkomst en blijft alleen de etiologische component over. Dat laatste verondersteld wel dat er voor alle mogelijke confounders is gecorrigeerd. Dat is in de praktijk vaak niet mogelijk.
3. Misclassificatie
Bij misclassificatie kan een determinant en een uitkomst worden geclassificeerd door een onderzoeker op basis van een veronderstelde relatie. Vaak versterkt deze vorm van bias dan de relatie in de richting van de hypothese van de onderzoeker. Deze vorm van bias kan zowel bij prognostisch/diagnostisch als bij etiologisch/therapeutisch onderzoek een rol spelen.