2e Webinar ESICM COVID-19 – samenvatting

Eerst een verduidelijking van de afkortingen die gebruikt worden. Wanneer gesproken wordt over COVID-19 is het de ziekte waar patiënten last van hebben; SARS-COV-2 is het virus waar patiënten mee geïnfecteerd zijn. SARS-COV-2 heeft 75-80% genetische overlap met SARS-COV en 50% met MERS.

Wereldwijd is er een sterke toename van nieuwe infecties, waarvan nu 3610 nieuwe infecties wereldwijd in de laatste 24 uur. Wereldwijd zijn er al > 100.000 infecties bekend. Er is geen verschil in symptomen met andere vormen van pneumonie, daardoor is een goede anamnese essentieel om een onderscheid te maken.

Grofweg zijn de verdachte patiënten in 3 categorieën te verdelen:

  • Acuut respiratoir falen met geschiedenis van reizen of aanwezigheid in een gebied waar COVID-19 heerst.
  • Acuut respiratoir falen met contact met een patiënt met bewezen of verdacht van COVID-19.
  • Acuut respiratoir falen met een ziekenhuisopname en een onduidelijke etiologie. Dit zijn dus patiënten zonder contact met COVID-19 positieve mensen.

De laatste cijfers van COVID-19:

  • Gemiddelde leeftijd is 60 jaar, waarbij 79% van de infecties tussen de 30 en 79 jaar ligt.
  • De gemiddelde mortaliteit is 0,1% van het gehele cohort. Als je kijkt naar de ernstig en zeer ernstige gevallen is dat 8%. De mortaliteit van IC-patiënten ligt tussen de 42-62%.
  • Ongeveer 42% heeft invasieve beademing nodig, 17% RRT en 35% vasopressoren.
  • Doodsoorzaken is in 53% respiratoir falen door ernstige hypoxemie, maar in 33% een combinatie van respiratoir falen met cardiovasculaire collaps. De gedachte is dat een beeld is van myocardiale schade en hartfalen, mogelijk veroorzaakt door myocarditis. Hier is nog geen duidelijkheid over. Ook niet in de postmortale onderzoeken.
  • Ander orgaan falen is nierfalen en hepatitis. Het is niet duidelijk of nierfalen komt door de shock of door nefrogene schade van het virus.

De CT-thorax had pulmonale afwijkingen in 86% van de Chinese patiënten, waarvan 56% groundglass effect. Echter, er zijn ook gevallen bekend met een normale CT-scan, die wel COVID-19 positief waren en ernstige symptomatologie hadden.

In 6% werd ook een infectie met andere luchtwegvirussen gevonden. In 20-80% zijn in China, afhankelijk van de locatie, antilichamen tegen bacteriële verwekkers van luchtweginfecties gevonden.

Behandeling:

  • Mogelijk is NIV geen geschikte behandeling. In MERS is aangetoond dat NIV in 94% faalde en dat er na gefaalde NIV vaker NO nodig was voor ernstige hypoxemie. Er is geen verschil in mortaliteit aangetoond na gefaalde NIV. In Influenza is dit wel het geval. In SARS is mogelijk aangetoond dat NIV tot meer virale verspreiding leidt. Studies hierover zijn echter op poppen uitgevoerd en niet goed reproduceerbaar. Het advies is om alleen in een heel vroeg stadium en zeer selecte gevallen NIV te gebruiken. Zeker geen NIV bij patiënten in shock, ernstige hypoxemie of veel slijmstase.
  • Net als bij NIV wordt er ook afgeraden om HFNC niet te gebruiken. Ook dit is expert base, er zijn geen goede studies naar gedaan. De NVIC adviseert op dit moment om geen NIV of HFNC te gebruiken.
  • Over ECMO is ook weinig bekend. De bekende ECMO-trials laten al wisselende resultaten zien in de bekende infecties.
  • De verschillende antivirale middelen waar veel over wordt geschreven (remsidivir, anti-HIV medicatie, choloroquine en ribavirine) zijn allen niet getest in grote trials en daarmee is er geen aanbeveling te doen over het gebruik hiervan. Het RIVM heeft hier een behandelprotocol voor gemaakt.
  • Corticosteroïden worden afgeraden, tenzij de patiënt in diepe shock is. Er is geen respiratoire reden voor steroïden. In MERS werd het virus langer uitgescheiden na steroïden en in influenza nam de mortaliteit toe.

Er is bijzonder weinig bekend over kinderen en de ernst van de infectie in deze groep. Vooralsnog lijkt de infectie bij kinderen erg mild te verlopen. Meer data zal hier meer duidelijkheid over geven.

Er is veel gesproken over welke PPE (personal protective equipment) er nodig is. Wanneer over N95 maskers wordt gesproken is dit een samenvatting van de FFP1 (voor virale luchtweginfecties), FFP2 (TB-masker) en FFP3 maskers. De chirurgische maskers vallen hier dus niet onder en geven geen bescherming. De meeste risico’s lijken te liggen in aerosol verspreidende handelingen, zoals intuberen, uitzuigen, bronchoscopie, tracheotomie etc. Verder is goede handhygiëne essentieel.