Atrium septum defect

Ga terug naar de inhoudsopgave

Atrium septum defecten

CS   coronary sinus
IVC:  inferior vena cava
OP:  ostium primum
OS:   ostium secundum
RA:   right atrium
RAA: right atrial appendage
RV:    right ventricle
SV:    sinus venosus
SVC:  superior vena cava

Anatomie van de afwijking

Er zijn vier types ASD bekend:

  • Het ASD2 of wel osteum secundum defect, dit is de meest voorkomende en ligt op de plaats van het vroegere foramen ovale.
  • Het primium defect ofwel ASD1, dit ligt ter hoogte van de atrio ventriculaire overgang (compleet/incompleet AVSD), hierbij is vaak ook de mitralisklep aangedaan.
  • Het sinus venosus defect is een ASD vlak bij de inmonding van de vena cava superior.
  • Het sinus coronarius defect: Hier zit het ASD ter hoogte van de sinus coronarius (het punt van binnen komst van de coronair venen in het rechter atrium).

Pathofysiologie

Circulatoir

  • Links-rechts shunt op atrium niveau. De shunting vindt over het algemeen plaats in de diastole, geeft volume belasting van het rechter atrium en longvaatbed. (De flow door de longen kan oplopen tot viermaal de lichaamscirculatie)
  • Linkerventrikel dysfunctie (bij oudere kinderen met een overbelasting van het rechterventrikel en pulmonale hypertensie)
  • Ritmestoornissen (pac`s of atriumflutters bij atrium hypertrofie)

Respiratoir

Het effect van de volume belasting, pulmonale hypertensie, zal als er niet of laat gecorrigeerd wordt pas op latere leeftijd optreden

Behandeling

Sluiten van het ASD met een patch van gore-tex of pericard. Een klein ASD kan ook via een catheterisatie met een parapluutje (Amplatzer) gesloten worden.

Mogelijke postoperatieve problemen

Meestal geen, snel detuberen.

Sino-atriale dysfunctie

Ritmestoornis komt vaker voor bij sinus venosus defect. Voorkom anemie en stress en pas op met inotropica. Bij extreme bradycardie kan een externe AAI pacemaker geïndiceerd zijn (Zie Pacemaker)

AV-blok

Kan voorkomen na het sluiten van defecten nabij de sinus coronarius. Kan voorkomen in combinatie met linker ventrikel dysfunctie en pulmonale hypertensie. Komt voor bij oudere patiënten met langdurige overbelasting van de rechter ventrikel in combinatie met langer bestaande pulmonale hypertensie. Bij een derdegraads AV-blok kan een externe DDD-pacemaker geïndiceerd zijn (zie Pacemaker).

Pulmonale hypertensie

Komt zelden voor, enkel indien het gaat om een groot ASD en laat ontdekt (zie Pulmonale hypertensie).

Ga terug naar de inhoudsopgave