Medicatiefouten bij continue medicatie door verschillen in voorschrijven

Het is gebleken dat bij het voorschrijven van continu lopende medicatie fouten worden gemaakt die deels berusten op verschillen in manier van voorschrijven. Bij de overgang van een patiënt van de ene afdeling (werkwijze) naar de ander afdeling gaat het nogal eens fout. Je zou zeggen, standaardisatie van werkwijze. Echter, de praktijk is subtieler.

Een continu lopend medicament heeft de volgende eigenschappen:

  1. Concentratie: Het gaat om een werkzame stof in oplossing dus de hoeveelheid werkzame stof wordt bepaald door de concentratie in de oplossing
  2. Inloopsnelheid: De toediening van een continu lopend medicament gaat via een bepaalde inloopsnelheid
  3. Dosering: De resultante dosering van de werkzame stof is te berekenen door: dosering = inloopsnelheid x concentratie. Al dan niet gecorrigeerd voor lichaamsgewicht.

Dit heeft als gevolg dat het uiteindelijk voorschrift op 3 verschillende wijze kan worden berekend:

  1. Je gaat uit van een standaard concentratie en je past de inloopsnelheid aan om de gewenst dosering te bereiken.
  2. Je gaat uit van een standaard inloopsnelheid en past de concentratie aan om de gewenste dosering te bereiken.
  3. Je gaat uit van een vaste relatie tussen inloopsnelheid en dosering en berekent de daarvoor benodigde concentratie.

De praktijk is dat alle 3 werkwijze in het UMCU worden gehanteerd. De continue toediening van midazolam is daar een mooi voorbeeld van:

Gewicht3 kg
HoeveelheidOplossingLoopsnelheidDosering
PICU25mg50ml1ml/uur0,17mg/kg/uur
NICU24,48mg24ml0,5ml/uur0,17mg/kg/uur
Afdeling15mg50ml1,7ml/uur0,17mg/kg/uur
Gekleurd: berekend, Grijs: gestandaardiseerd, Zwart: ingevoerd door de voorschrijver

In bovenstaande scenario’s wordt op de PICU een standaard concentratie gebruikt, de NICU heeft een vast inloopsnelheid van 0,5 ml/uur en berekent de concentratie aan de hand van de gewenste dosering en de Afdeling heeft een pompstand zodanig dat de dosering daar een tiende van is, de concentratie wordt dan per patiënt berekend.

Elk scenario heeft zo zijn (afdeling specifieke) voordelen en nadelen:

  • Standaard concentraties (PICU):
    • Voordeel: kan standaard bereid worden
    • Nadeel: de pompstand komt niet 1 op 1 overeen met de dosering
  • Standaard inloopsnelheid/concentratie (NICU):
    • Voordeel: de vochtintake (pompstand) blijft constant en teveel (weinig) vocht wordt vermeden
    • Nadeel: voor elke dosis aanpassing is dan in principe een nieuwe bereiding nodig
  • Standaard inloopsnelheid/dosering (Afdeling):
    • Voordeel: je kunt direct uit de pompstand aflezen wat de dosering is
    • Nadeel: de bereiding moet per patiënt worden berekend

De redenen om voor een bepaald scenario te kiezen zijn heel legitiem en er is dus eigenlijk geen ‘one size fits all’ oplossing in de zin van standaardisatie. Helaas geldt dit voor wel meer werkprocessen.

Een betere oplossing is indien d.m.v. geautomatiseerde decision support bij overgang van een patiënt, van de ene naar de andere afdeling, het voorschrift automatisch aanpast wordt, zodanig dat de dosering gelijk blijft. Daarvoor moeten dan de volgende berekeningen worden gedaan:

  • Naar de PICU: Bereken de pompstand aan de hand van de standaard concentratie en de dosering.
  • Naar de NICU: Bereken de concentratie aan de hand van een inloopsnelheid van 0,5 ml/uur en de dosering.
  • Naar de Afdeling: Berekend de concentratie aan de hand van de dosering en een pompstand die daar het tienvoudige van is.

Vervolgens zou een gebruiker het nieuwe voorschrift moeten accorderen (en evt. aanpassen) aan de hand van het originele voorschrift. Op zich geen “rocket science” en zou in deze tijd van automatisering toch een fluitje van een cent moeten zijn?

Loading